Paul Arma
Paul Arma (Hungaars: Arma Pál, aka Amrusz Pál; geboren als Imre Weisshaus, 22 November 1905 in Budapest – 28 November 1987 in Parijs) was een Hongaars-Frans componist die al op 5-jarige leeftijd met pianolessen begon.
In de periode 1920 - 1924 studeerde hij aan de Franz-Liszt Akademie in Budapest o.a. bij Béla Bartók, die hem invoerde in zowel vroege muziek (Frescobaldi/Bach) als hedendaagse.
Vanaf 1925 werkte Arma als pianist in Duitsland, Bulgarije, Hongarije, Italië en Engeland; later gaf hij ook cursussen aan Amerikaanse universiteiten.
Tussen 1930 en 1933 was Arma weer vn. in Duitsland als orkest- en koordirigent en kreeg hij de opdracht het muzikale leven aan het Bauhaus gestalte te geven. Ook werkte hij als assistent van Hanns Eisler.
In 1933 vluchtte hij voor de nazis naar de V.S., maar keerde al spoedig terug naar Europa, vestigde zich in Frankrijk en wijzigde zijn naam in Paul Arma.
De oorlog dwong hem tot de illegaliteit; hij richtte zich op het verzamelen van verzets-, partisanen- en gevangenis-liederen en schreef een groot aantal korte werken, getiteld Les Chants du Silence, op teksten van Franse schrijvers waaronder Eluard, Claudel, Ramuz en Romain Rolland. Deze stukken werden in 1953 gepubliceerd met omslagontwerpen van bevriende schilders onder wie Chagall, Picasso, Matisse, Braque, Léger en Dufy.
Na de oorlog hervatte hij zijn activiteiten als uitvoerend musicus (piano), maar het zwaartepunt lag op het componeren. Ook zijn interesse in volksmuziek (ook Amerikaanse) bleef hij trouw.
Vanaf 1954 richtte hij zich ook op electronische muziek.
Arma beperkte zijn artistieke scheppingsdrang niet alleen tot de muziek: hij maakte ook (muzikale) beeldende kunst. Tentoonstellingen van zijn 'Muzikale sculpturen', 'Muziekcollages' en 'Ritmes in kleur' waren te zien in Budapest (1984) en Parijs (1985, Centre Pompidou).
Verschillende choreografen, waaronder Martha Graham, maakten gebruik van Arma's muziek.
zie ook: www.holocaustmusic.ort.org