Rodolfo Halffter Escriche (20 oktober 1900 - 14 oktober 1987), Spaanse- Mexicaans componist, slachtoffer van het fascistische regime van Franco, werd geboren in Madrid in een familie van musici; hij was de broer van Ernesto Halffter en oom van Cristóbal Halffter. Zijn vader Ernesto Halffter Hein kwam oorspronkelijk uit Königsberg, Duitsland . Zijn moeder was een Catalaanse die de eerste muzieklessen aan haar kinderen gaf.

Rodolfo Halffter was autodidact en in de jaren 1930 nam hij deel aan het intellectuele milieu van Madrid, met name aan de componistenvereniging 'Grupo de los Ocho' of 'Grupo de Madrid'. Deze groep werd beïnvloed door de Spaanse musicus Adolfo Salazar (1890-1958), die hen aanmoedigde om te innoveren en ze introduceerde in de avant-garde muziek van die tijd, met name in de werken van Debussy, Schönberg, Ravel en Bartók. Het was in deze periode dat Halffter het grootste deel van zijn belangrijkste werken schreef; gelijktijdig werkte hij als muziekcriticus voor de krant 'La Voz' en voor het Ministerie van Propaganda van de Republikeinse regering, waardoor hij in conflict kwam met zijn broer Ernesto, die Franco-gezind was.
Vanwege zijn actieve rol in het verzet tegen Franco ging hij in ballingschap in Mexico. Aldaar onderwees hij aan het Nationale Conservatorium en was hij directeur van 'Ediciones Mexicanas de Música'.
Halffters werken zijn classisistisch te noemen en geschreven in een vrije polytonale stijl.
Vanaf 1963 keerde hij veelvuldig terug naar Spanje teneide in Granada en Santiago de Compostela les te geven en deel te nemen aan muziekfestivals.
Hij kreeg in 1986 Spanje's hoogste onderscheiding voor compositie, de 'Premio Nacional de Música'. Rodolfo Halffter stierf in Mexico in 1987.