Paul Kletzki
Paul Kletzki (21 March 1900 – 5 March 1973), Pools dirigent en componist, werd geboren in Łódź als Paweł Klecki.
Hij begon zijn muzikale loopbaan op 15-jarige leeftijd als violist in het orkest van zijn geboortestad.
Na zijn diensttijd in de eerste wereldoorlog studeerde hij filosofie in Warschau voordat hij, in 1921, naar Berlijn verhuisde.
Gedurende de jaren 1920 werden zijn composities regelmatig uitgevoerd, o.a. door Arturo Toscanini en Wilhelm Furtwängler, welke laatste hem ook (in 1932) uitnodigde om de Berliner Philharmoniker te dirigeren.
Vanwege zijn joodse afkomst, moest hij in 1933 Duitsland verlaten. Hij vestigde zich in Italië, maar verliet dat land na korte tijd vanwege het Italiaanse fascistische regime. Ook in zijn volgende toevluchtsoord, de Sovjetunie, bleef Kletzki niet lang, ditmaal vanwege Stalins terreur.
Uiteindelijk vestigde hij zich in Zwitserland.
Tot Kletzki's belangrijkste werken wordt zijn Derde Symfonie gerekend, voltooid in 1939 met de ondertitel 'In memoriam'. Het is een weemoedig werk, bedoeld als monument voor de slachtoffers van het naziregime.
Voorts schreef Kletzki o.a. twee strijkkwartetten, een Sinfonietta for strings, een Fantasy for piano, een Vioolsonate en een Octett voor blazers en strijkers.
Vanaf 1942 stopte Kletzki met componeren; het nazisme had zijn geest en zijn wil om te componeren vernietigd. Een deel van zijn naasten werd door de nazi's vermoord, waaronder zijn ouders en zuster.
Na de oorlog was Kletzki als dirigent een graag gezien gast bij diverse orkesten (London Philharmonia, Liverpool, Scala Milaan, Philadelphia, Dallas) en festivals (Salzburg, Luzern). In Amsterdam leidde hij het Concertgebouworkest regelmatig tussen 1947 en 1961. De laatste jaren van zijn leven was hij chef-dirigent van het 'Orchestre de la Suisse Romande' in Genève.
Dat Kletzki's composities ná de oorlog niet meer gespeeld werden, is voornamelijk te wijten aan het feit dat 29 van zijn werken door de nazi's in beslag zijn genomen en vernietigd, en een ander deel spoorloos is verdwenen.
Pas ruim 25 jaar na een geallieerd bombardement op Milaan werd bij bouw- werkzaamheden een koffer met Kletzki's naam erop onder het puin vandaan gehaald met daarin goed geconserveerde partituren, waaronder het Octet op.28.
Kletzki's composities zijn geschreven in een gematigd modern, op de traditie gebaseerde stijl, waarin melodische inventiviteit, vakkundige instrumentatie en logische muzikale opbouw ervan getuigen dat Kletzki méér dan een 'zondags'componist was.