Erwin Lendvai (1882, Budapest – 1949, Epsom) was een Hongaars componist en koorleider. Hij studeerde bij Hans von Koessler aan de 'National Music Academy of Budapest'. Tevens studeerde hij korte tijd bij Giacomo Puccini in Milaan.
Vanaf 1906 woonde en werkte Lenvai in Duitsland als leraar (in 1913/14 aan de 'Hellerau Schule' van Jacques Dalcroze). Hij trad in het huwelijk met de fotografe Erna Dircksen.
Van 1914 - 1920 onderwees hij compositie aan het 'Klindworth-Scharwenka Konservatorium' van Berlijn en in 1923 ook koorzang aan de 'Volksmusikschule' van Hamburg. Tevens was hij directeur van een muziekinstituut in Koblenz en leider van een volkskoor in München.
In 1929 werkte het Lendvai Quartett mee aan de eerste uitvoering (voor de 'Berliner Rundfunk') van het vierde deel (Glück) van Arnold Schönbergs Sechs Stücke für Männerchor op 35.
In 1933 onvluchtte Lendvai Duitsland en vestigde zich in Engeland, waar hij leraar werd in Kenninghall. Na de oorlog werd hij directeur van het 'Györ Conservatory of Music'. Ook raakte hij in die periode geïnteresseerd in de muziek van Béla Bartók.
Lendvai schreef een opera, Elga (1916, tekst Gerhart Hauptmann), festival muziek Völkerfreiheit (1930), een symfonie, Archaic dances, Scherzo for orchestra, 3 Pieces for organ op. 4, kamermuziek, koorwerken en liederen.
Lendvai's koormuziek heeft veel andere componisten beïnvloed.


Bron: Wikipedia/W.H.