Hans Rosbaud
Hans Rosbaud (22 juli 1895, Graz, Oostenrijk – 29 december 1962, Lugano, Zwitserland) behoorde tot de bekendste Europese dirigenten van zijn tijd, voornamelijk vanwege zijn pionierswerk op het gebied van de hedendaagse muziek.
Hij studeerde aan het 'Hoch Konservatorium' in Frankfurt piano bij Alfred Hoehn en compositie bij Berhard Sekles.
In eerste instantie koos Rosbaud voor een academische loopbaan, als directeur van de 'Städtische Musikschule' in Mainz. Ook dirigeerde hij aldaar het 'Stedelijk Symfonieorkest' met o.a. werken van de jonge Hindemith, de 'rising star' van de Duitse muziek.
In 1928 werd hij tot chef-dirigent van het orkest van Radio Frankfurt benoemd, een positie die hij tot 1938 zou bekleden.Tegelijkertijd was hij eerste dirigent bij de concertserie van de 'Frankfurter Museumgesellschaft'. In beide hoedanigheden programmeerde hij veel nieuwe muziek, waaronder werken van Schönberg, Berg, Webern, Bartók, Stravinsky. Hij presenteerde de eerste uitvoering van Schönbergs Vier Liederen op.22 en Bartóks Tweede Pianoconcert met de componist ala solist.
De komst van de nazi's beperkte Rosbaud in de uitvoering van Joodse componisten en van degenen die als 'culturele bolsjewieken' werden aangeduid. Hij werd ook verplaatst naar minder prominente posities, zoals 'Generalmusikdirektor' in Münster (1937-41) en in Strassburg (1941-44).
Na de oorlog keerde hij terug op de hoogste podia en werd benoemd tot chef-dirigent van het Philharmonisch Orkest van München (1945-48). Maar zijn voorkeur ging uit naar het dirigeren van radio-orkesten, waar meer mogelijkheden bestonden om moderne muziek te programmeren en waarmee een groter publiek werd bereikt.
Daarom accepteerde hij in 1948 het aanbod om chef te worden van het in 1946 opgerichtte 'Südwestfunk Sinfonieorchester' in Baden-Baden, dat, in de 20 jaar dat hij er leiding aan gaf, uitgroeide tot een van de belangrijkste orkesten voor moderne muziek ter wereld. Het was ook het orkest waar Pierre Boulez zijn dirigenten debuut maakte (1958).
Daarnaast verzorgde Rosbaud veel gastdirecties, zoals bij het Concertgebouworkest (1958-1964) en de festivals van Aix-en-Provence, van Donaueschingen en de ISCM. Ook leidde hij de eerste uitvoering van Schönbergs opera Moses und Aron (Hamburg, 1954).
In 1957 accepteerde hij eveneens een leidende positie bij het 'Tonhalle Orchester' in Zürich.
Joseph Stevenson (AllMusic)/ W.H.
In zijn jonge jaren componeerde Rosbaud een aantal kamermuziekwerken. De Ebony Band verwierf de muziek uit de bibliotheek van de Washington State University én de toestemming om de werken uit te voeren van de achternicht van Rosbaud, Renate Rosbaud (Graz/Oostenrijk). Tot een uitvoering is het echter nooit gekomen en het is onbekend of de werken überhaupt ooit zijn gespeeld.
W.H.