Hilding Rosenberg
Hilding Rosenberg (June 21, 1892 – May 18, 1985), wordt beschouwd als de eerste en belangrijkste Zweedse moderne componist en een centrale figuur in het Zweedse muziekleven van de 20ste eeuw. De Zweedse muziek zonder Rosenberg is als de Deense zonder Carl Nielsen.
Rosenberg werd geboren in Bosjökloster en studeerde aanvankelijk orgel en piano tot hij, in 1915, naar Stockholm verhuisde en (compositie)leerling werd van o.a. Richard Andersson en Wilhelm Stenhammar aan het Stockholms Conservatorium.
In 1920 reisde hij voor het eerst naar het buitenland en kwam in Berlijn en Dresden in contact met de muziek van Arnold Schönberg, en leerde in Parijs de muziek van Stravinsky en de neo-classicisten kennen.
De jaren twintig waren voor hem het decennium van het experiment. Bij verschillende gelegenheden veroorzaakten uitvoeringen van zijn werken groot tumult. Zo werd zijn Eerste Strijkkwartet in 1923 door de criticus/componist Peterson-Berger het werk van een krankzinnige genoemd (zie String Quartett no.1) en deed de uitvoering van zijn Chamber Symphony (1924) zó veel stof opwaaien, dat hij het werk terugtrok (en later zelfs zou verbranden).
Gedurende de tweede helft van de jaren '20, verlegde Rosenberg zijn interesse meer richting neo-classicisme, met als hoogtepunt de Vierde Piano Sonate van 1927.
In 1931 werd hij benoemd tot assistent-dirigent en coach van de Zweedse Royal Opera en vanaf 1934 zelfs tot chef-dirigent.
In 1948 bezocht Rosenberg de VS, hij dirigeerde eigen werk bij het Chicago Symphony en kreeg in 1951 een opdracht van het Louisville Orchestra.
In 1956 werd hij tot ere-lid van de Internationale Society for Contemporary Music (ISCM) benoemd.
Zijn lange werkenlijst bevat o.a. zes opera's, zes balletten, acht symfoniën en vocale en kamermuziek (14 strijkkwartetten)
W.H./Svensk Musik (Swedish Music Information Center)