Heinz Tiessen (Königsberg, 10 april 10, 1887 – Berlijn, 29 november, 1971), Duits componist, studeerde aanvankelijk in zijn geboortestad bij Erwin Kroll voordat hij naar Berlijn verhuisde. Aldaar schreef hij zich in als student van de Humboldt Universiteit en van het 'Stern'sches Konservatorium' (compositie en muziektheorie).
Hij werkte van 1922 tot 1917 als muziekcriticus voor de 'Allgemeine Musikzeitung'. Vervolgens werd hij kapelmeester en componist van de Berlijnse 'Freie Volksbühne'.
Van 1920 tot 1922 dirigeerde hij het 'Akademische Orchester' en in de jaren 1925-1945 doceerde hij aan de Berlijnse 'Musikhochschule'.
Tiessen was mede-oprichter van de Duitse afdeling van de IGNM (Internationale Gesellschaft für Neue Musik) en werd actief lid van de kunstenaarsvereniging 'Die Novembergruppe'.

In Michael Haas' boek 'Forbidden Music' (zie bibliografie) staan Tiessens jaren onder Hitler beschreven:
Ondanks het feit dat Tiessen een fervent anti-nazi was, die werd uitgemaakt voor 'culturele Bolsjewiek' en dat zijn werken vanaf 1933 in de ban waren gedaan, trad hij in 1936 toe tot de jury van de 'Olympische Muziek Prijsvraag'. Men nodigde hem hiervoor uit als 'tegenstem', teneinde de internationale pers de indruk te geven dat het een uitgebalanceerde jury was. Voor Tiessen, die op diverse fronten op non-actief was gesteld, was dit een van zijn weinige bronnen van inkomsten.
Het is opmerkelijk dat de nazis hem, terwijl hij geen partijlid wilde worden, ook tijdens de oorlogsjaren tolereerden als docent aan de 'Musikhochschule'.

Na de oorlog  componeerde nauwelijks meer. Hij werd directeur van het Städtische (voorheen: Stern'sche) Konservatorium' en van 1949 tot 1955 leidde hij de compositie- en theorieafdeling van de 'Musikhochschule'. Tot zijn bekendste leerlingen behoren Eduard Erdmann en Sergiu Celibidache.
Tijdens de laatste jaren trok Tiessen zich uit het openbare leven terug om zich weer aan componeren te wijden.

Wikipedia/WH

Bibl. Michael Haas : Forbidden Music, The Jewish Composers banned by the Nazis
                             Yale University Press,
                             ISBN 978-0-300-15430-6