De overtuiging de oorlog niet te overleven en het volledige isolement waarin men zich in het bezette Warschau voelde, gaven de componist Regamey het gevoel van totale ongebondenheid. Alles was mogelijk, alles even zinvol als zinloos, al het denkbare kon aan het notenpapier worden toevertrouwd. Elk bewustzijn van een consequente muziekstijl of aanpassing aan welke stroming of traditie dan ook, leek in deze situatie absurd. Vandaar dat men in Kwintet veel uiteenlopende muziekstijlen kan herkennen. Het tweede deel, het Intermezzo Romantico, is gebasserd op twee 12-toonsreeksen die, à la Alban Berg, op haast 19de eeuwse wijze tonaal zijn gerangschikt. Op andere momenten herkent men melodische elementen van Prokofjev of harmonische van Ravel of Messiaen. Het is een verbluffende partituur, ingenieus geschreven en rijk aan details. Het beluisteren ervan ervaart men als een reis door een zeer afwisselend landschap.