[1898-1937]

George Gershwin

George Gershwin, geboren als Jacob Gershowitz (Brooklyn, New York City, 26 september 1898 – Hollywood, 11 juli 1937) was een Amerikaans componist. Gershwin werd vooral bekend door zijn werk op de grens van het bestaande klassieke genre en de opkomende jazz.
Hij werd geboren als zoon van Russisch-Joodse immigranten. Bij veel van zijn werk schreef zijn broer Ira de teksten.
Gershwin begon zijn loopbaan rond 1916 als liedjescomponist in wat men in de Verenigde Staten Tin Pan Alley noemt. Dit hield in dat een liedjescomponist zijn muziek speelde in een winkel waar bladmuziek verkocht werd, met het doel de verkoop van zijn bladmuziek te vergroten.
Al snel kreeg Gershwin landelijke bekendheid in Amerika en kwam hij in contact met theaterproducenten. Hij begon musicals te schrijven voor Broadway die grote successen werden. Hij schreef bijvoorbeeld bijdragen aan een aantal van de Ziegfield Follies. Verder schreef hij de muziek voor musicals als Lady, Be Good!, Oh, Kay!, Funny Face (later verfilmd met in de hoofdrollen Fred Astaire en Audrey Hepburn), Show Girl, Strike up the Band, Crazy for You en Of Thee I Sing.
Zijn 'Songbooks' zijn door diverse zangers en zangeressen op plaat en op cd gezet. Een van de bekendste verzamelingen is die gezongen door Ella Fitzgerald.
Ondanks zijn grote successen bevredigde het lichte genre hem niet. Hij wilde als een serieuze 'klassieke' componist gezien worden. Zijn eerste en belangrijkste poging daartoe was het schrijven van de Rhapsody in Blue, die te beschouwen is als een poging om klassieke muziek en jazz tot elkaar te brengen. Het werk ontstond in 1924 en werd voor het eerst uitgevoerd door de componist op piano en het (dans)orkest van Paul Whiteman. De Amerikaanse componist Ferde Grofé heeft het stuk later voor piano en symfonieorkest bewerkt. Dat zou de versie worden die de geschiedenis in ging en die ook tegenwoordig altijd gespeeld wordt.
Verdere pogingen om in de klassieke muziek serieus genomen te worden waren zijn Concerto in F (een pianoconcert) en An American in Paris. Ook deze muziek werd al snel in (musical)films gebruikt en ook nu vond Gershwin niet de erkenning die hij zocht.
Op een van zijn Europese reizen in 1928 zocht Gershwin contact met de componisten Igor Stravinsky, Francis Poulenc, Darius Milhaud en Maurice Ravel. Hij vroeg met name aan Ravel of die hem compositielessen wilde geven. Ravel moet - volgens overlevering - toen hebben geantwoord: "Waarom wilt u een tweederangs Ravel worden, wanneer u al een eersterangs Gershwin bent?"
Gershwin zette zich daarna aan het componeren van zijn meesterwerk: de opera Porgy and Bess, die in 1935 voltooid werd en waarin alle gezongen rollen door negerzangers en -zangeressen vertolkt werden. Slechts een paar zeer kleine 'sprekende' rollen werden door blanken vertolkt.
Tijdens zijn leven was deze opera verre van succesvol. Hij was hierdoor diep teleurgesteld. Tegenwoordig wordt de opera wel gewaardeerd maar toch niet vaak opgevoerd, omdat het moeilijk blijkt te zijn om een geschikte bezetting te vinden.
Inmiddels hadden de verschijnselen van een hersentumor zich bij hem voorgedaan en hij overleed spoedig daarna op 38-jarige leeftijd.
George Gershwin stierf als een rijk man, maar had bij zijn leven niet de erkenning gekregen die hij zo graag had gewild. Na zijn dood heeft zijn werk meer waardering gekregen (ook onder de liefhebbers van klassieke muziek) en worden met name ook de klassieke werken regelmatig in de concertzaal uitgevoerd.

Bron: wikipedia