Archief
Actueel, In the Spotlight
Werner Herbers schrijft discussiestuk voor 'musica reanimata'.
Belemmert auteursrecht de heruitvoering van ‘verdrongen’* muziek?
Een discussiebijdrage van Werner Herbers, Amsterdam
Musea en bibliotheken hebben de plicht om hun schatten goed te beheren en aan het publiek te tonen.
Een museum conserveert zijn schilderijen onder klimatologisch gunstige omstandigheden en stelt ze in een voor het publiek toegankelijke ruimte ten toon.
Gelijkerwijze geldt dit voor een bibliotheek, waar men boeken kan lezen (op z’n minst in de leeszaal).
Bij een muziekbibliotheek ligt de zaak iets anders : muziek wordt voor het publiek slechts ‘ontsloten’, wanneer men haar tot klinken brengt, en naar mijn mening heeft een muziekbibliotheek dan ook de plicht om ervoor te zorgen dat een muziekstuk voor het publiek te gebruiken is, d.w.z. dat alle wettelijke belemmeringen opgelost zijn zodat musici deze muziek ook werkelijk kunnen uitvoeren.
Voor een nieuwe cd van mijn Ebony Band was ik op zoek naar strijkkwartetten van twee leerlingen van Alban Berg: Julius Schloss (1902-1973) en Otto Jokl (1891-1963), beiden via Shanghai naar de Verenigde Staten geëmigreerd en aldaar als Amerikaans staatsburger overleden.
De nalatenschap van Schloss bevindt zich in de bibliotheek van de McGill Universiteit in Montréal. Op mijn verzoek werden mij kopiën van twee van zijn kwartetten per ommegaande, zelfs gratis, toegestuurd.
De nalatenschap van Jokl wordt door de Beierse Staatsbibliothek (BSB) beheerd.
Op mijn aanvraag (december 2014) kreeg ik het volgende antwoord:
Mocht u reproducties (gedigitaliseerd) nodig hebben, is vanwege bescherming door het auteursrecht op de werken van de in 1963 overleden componist Jokl, eigenlijk toestemming nodig van een rechtspersoon, waar wij echter geen kontakt mee hebben. Hebt U aanwijzingen? Eventueel kan de Gema** hulp bieden.
Daarop heb ik ongeveer 12 internationale instituten aangeschreven, waaronder auteursrechtenorganisaties in Duitsland, Oostenrijk en Amerika, het Simon Wiesenthal Instituut (Los Angeles/Wenen), Leo Baeck Intsitute (New York), Israelitische Kultus Gemeinde (Wenen) – zonder resultaat. Het enige wat duidelijk werd, was het feit dat Jokl kinderloos (in New York) was gestorven.
De BSB bleef onvermurwbaar. Ook mijn aanbod om een verklaring te tekenen waarin ik mij garant stelde voor alle eventuele claims van rechthebbenden (zoals dat bij de publicatie van anonieme foto’s gebruikelijk is), werd niet geaccepteerd.
De leidster van de handschriftenafdeling vond deze gang van zaken uiterst pijnlijk; zij hield de juriste van de BSB zelfs voor, of zij er wel van doordrongen was, dat hiermee deze componist voor de tweede keer monddood gemaakt werd!
De BSB (in een brief van de algemeen directeur, juni 2016) rechtvaardigde haar beleid op volgende wijze :
Als instelling van de vrijstaat Beieren, konkreet als ‘centrale autoriteit’, is de BSB gedwongen zich aan de wettelijke richtlijnen te houden en de bescherming door het auteursrecht te respekteren.
[…]
Het spijt mij, als mijn verklaring hier ‘burokratisch’ en weinig ‘publieksvriendelijk’ klinkt, maar het geldende recht schrijft de BSB nu eenmaal een dwingend handelingskader voor. Men kan de BSB met de principiële problematiek van de inspanning van een rechtenverklaring over beschermde werken, niet belasten, navenante service kan de bibliotheek ook qua bronnenmateriaal niet opbrengen.
Het is duidelijk, dat men het auteursrecht moet respecteren. Het garandeert de componist de hem toekomende gelden en beschermt hem tegen ongewenste bewerkingen.
Men moet zich echter wel realiseren, dat deze wet een veruit groter belang van de componist, nl. de uitvoering van zijn werken, in de weg kan staan. Een muziekstuk dat niet uitgevoerd wordt is net zo ‘onzichtbaar’ als een schilderij dat in het depot ligt.
Derhalve zou een muziekbibliotheek, en mijns inziens zeker een Duitse bibliotheek, wanneer het gaat om muziek van een joodse, door Hitler verdreven componist, er alles aan moeten om de uitvoering van deze muziek mogelijk te maken, doormiddel van intensive research naar eventuele rechthebbenden/erfgenamen of, als deze research niets oplevert, flexibel en moedig met het auteursrecht om te gaan.
Men bedenke toch ook, dat het bij een eventuele financiële claim, om luttele bedragen gaat. Een 12-toons strijkkwartet van een volledig onbekende componist heeft nu eenmaal, in geld uitgedrukt, niet de waarde van een Wilhelm-Wagenfeld lamp.
De BSB beheert zo’n 355 omvangrijke muzikale nalatenschappen. Een groot deel daarvan is door het auteursrecht beschermd.
Een van die nalatenschappen is van Wolfgang Fraenkel (1897-1983); ook hij was een via Shangai naar Amerika gevluchte componist, die in juni 2010, samen met Julius Schloss, het onderwerp was van een van de ‘gespreksconcerten’ van musica reanimata.
Evenals van Otto Jokl, heeft de BSB geen enkel contactadres van een rechthebbende van hem. Ook hij is niet geregistreerd bij de Gema. Wie vindt er nu een erfgenaam/rechthebbende?
Het lijkt mij interessant om te weten hoe andere bibliotheken met deze problematiek omgaan. Ik vrees, dat het onflexibele beleid van de BSB geen uitzondering is.
De ‘zaak Jokl’ is intussen opgelost.
Na lang zoeken bleek Michael Haas, de ‘recording-producer’ van de Deccaserie ‘entartete Musik’ (1993-2000) in zijn archief de naam van een achterneef, woonachtig in Jerusalem, te hebben.
Deze toonde zich zeer enthousiast over de herontdekking van zijn familielid en gaf mij onvoorwaardelijk toestemming om om de muziek te gebruiken.
Na € 340.- betaald te hebben heeft de BSB mij de kopiën van beide strijkkwartetten gestuurd. Zodoende zullen de stukken binnenkort weer te horen zijn.
De paar centen auteursrechten die Jokl toekomen, heeft de erfgenaam ons bij voorbaat al geschonken!
Werner Herbers
Leider van de Ebony Band, vm. Solo-Hoboïboist van het Kgl. Concertgebouworkest
* In het Duits verstaat men onder ‘verdrongen’ muziek, de muziek die door de nazis werd onderdrukt en verboden.
** Gema is de Duitse auteursrechtenorganisatie.
3
3