Progressive Jazz
third stream
(1947-1953)
Historie
Gezelschapsdansen zijn van alle tijden en componisten hebben zich er altijd door laten inspireren.
Wat de Sarabande en de Gigue voor J.S.Bach, de Polonaise en de Mazurka voor Frédéric Chopin waren, dat waren de Blues en de Charleston voor de componisten van het interbellum.
De intrede in Europa van de Amerikaanse jazz- en dansmuziek betekende voor de jonge componisten, hongerig naar nieuwe wegen en uitdrukkingsvormen, een waar geschenk. Al werd met jazz niet veel meer bedoeld dan gesyncopeerde, op ragtime gebaseerde mars- en dansmuziek, de rage was er niet minder om.
De Ebony Band heeft zich intensief bezig gehouden met deze muziek, getuige een aantal cd's met muziek van Milhaud, Weill, Wolpe, Schulhoff, Burian e.v.a.
Meer informatie over dit repertoire is te vinden op het andere gedeelte van deze website, de 'Verboden, Vergeten Muziek'.
Progressive Jazz
In de jaren 1990 heeft de Ebony Band zich, in een bigband bezetting, een aantal malen gewijd aan een nieuwe mengvorm, die werd aangeduid met 'cross-over'.
Ook in deze muziek, ontstaan in de Verenigde Staten in de jaren '40, werden de werelden van de jazz en de modern-klassieke muziek met elkaar gecombineerd, maar op een intensievere wijze dan in de 'roaring twenties'. Modern-klassieke componisten gebruikten elementen van de echte jazz (instrumentarium, improvisatie, ritme, jazz effecten) en jazzcomponisten begonnen hun stukken volledig uit te schrijven met een geringere rol voor improvisatie, maar een grotere voor klanken en technieken uit de modern-klassieke muziek (atonaliteit, tempo- en maatwisselingen).
Een van de bekendste stukken in dit genre is het 'Ebony Concerto' van Stravinsky, geschreven in 1945 voor jazzklarinettist Woody Herman en zijn band.
Een belangrijke bijdrage aan 'cross-over' muziek van de jaren 40, heeft Stan Kenton (1911-1979) geleverd. In een poging van zijn 'dance-band' image af te komen, droeg de vermaarde bigbandleider zijn vaste arrangeurs op, om hedendaagse 'concertjazz' te schrijven, moderne muziek met een 'jazz feel'.
Daartoe formeerde hij zijn 'Progressive Jazz Orchestra' (1947/48), later gevolgd door het 'Innovations in Modern Music Orchestra' (1951/52). De composities waren van de hand van Kentons vaste arrangeurs Robert Graettinger, Pete Rugolo, Franklin Marks en Johnny Richards, waarvan Graettinger de meest geavanceerde was.
In 1993 en 1997, na een lange speurtocht naar de verlorengewaande partituren, heeft de Ebony Band (in bigband bezetting) deze interessante muziek weer tot leven gebracht. De concerten werden op cd gezet en de muziek zal nu in de Ebony Band Edition ook worden uitgegeven.
Third Stream
In 1996 speelde de Ebony Band nog een ander 'cross-over' programma, getiteld 'Grensverleggers'. Op het programma, waar ook het trio van pianist Guus Janssen aan meewerkte, stonden werken van componisten van wie de 'roots' in de zogenaamde 'cooljazz' van de jaren vijftig lagen, maar die zich sterk hadden laten beïnvloeden door de taal van de modern-klassieke concertmuziek. Voor deze muziek verzon de Amerikaanse componist/publicist/dirigent Gunther Schuller de term 'Third Stream'.
Een van de meest bekende 'Third Stream' composities was een suite van John Lewis waarin het in die tijd wereldberoemde Modern Jazz Quartet samenspeelde met het Symfonieorkest van Stuttgart.
De werken op het programma 'Grensverleggers' waren van George Russell, Jimmy Giuffre, William Russo en Johnny Carisi.
Beeld: Grafisch ontwerp voor compositie (Walking) van Robert Graettinger